dinsdag 9 februari 2010

H. Thomas van Aquino (1225-1274) dominicaans theoloog, Kerkleraar

"Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij"

Dat ik niets verlang buiten U... Maak dat ik vaak mijn hart naar U richt en als ik zwak word, maak dat ik mijn fout met pijn overweeg, met de krachtige bedoeling om me te corrigeren. Geef me, Heer God, een waakzaam hart dat door geen enkele nieuwsgierige gedachte ver van U wordt weggevoerd; een nobel hart dat door geen enkele onwaardige affectie wordt verlaagd; een oprecht hart dat door geen enkele dubbelzinnige bedoeling afdwaalt; een krachtig hart dat door geen tegenstand wordt gebroken; een vrij hart dat niet door een onstuimige hartstocht wordt gedomineerd.

Geef mij, Heer mijn God, een intelligentie die U kent, een bereidwilligheid die U zoekt, een wijsheid die U vindt, een leven dat U bevalt, een volharding die met vertrouwen op U wacht en een vertrouwen dat U tenslotte zal bezitten. Geef me als boetedoening dat ik bedroefd ben om wat U hebt moeten doorstaan, om onderweg uw genadige weldaden te gebruiken, om van uw vreugde te genieten, vooral in het vaderland door uw heerlijkheid. O U, die God bent, leeft en heerst in alle eeuwen. Amen.

(Overweging bij schriftlezing 9 februari 2010: 1 Kon 8,22-23.27-30 & Mc 7,1-13)